Participatie wordt om vele redenen georganiseerd. Iedereen heeft het recht gehoord te worden, burgers hebben een andersoortig kennis dan beleidsmakers, er ontstaat meer draagvlak voor genomen besluiten, het zijn een paar van de vaak gehoorde argumenten. Waar vaak niet direct over wordt gesproken is of de participatie inspeelt op een acuut conflict, of op een onderwerp dat weliswaar complex of controversieel is, maar waarover in principe geen spanning bestaat.
Voor het NPBO, Public Mediation en Populytics was dit de aanleiding om onderzoek te doen naar hoe participatietrajecten worden vormgegeven en welke soorten afwegingen daarbij worden gemaakt. Het is namelijk ook niet zo dat je eerst een participatieproces ontwerpt en dat dan exact uitvoert. Participatie is een proces met bijsturingen. Dit onderzoek is gedaan op basis van een onderzoeksvoucher verkregen bij het kennisknooppunt participatie.
Het onderzoek is gebaseerd op de ervaringen met zes casussen. Er zijn groepsgesprekken gevoerd met betrokken ambtenaren en participatieprofessionals. Bij drie casussen ging het om trajecten die voortkwamen uit bestaande spanningen (dus: veel 'gedoe'), waarin zowel overheden, bewoners als ondernemers een rol speelden. Bij de andere drie casussen ging het om trajecten waarbij nog niet veel expliciete spanning was, maar die in bredere zin wel over complexe en vaak controversiële thema's gingen.
Dit rapport bevat praktische, beschrijvende en beschouwende elementen. Op basis daarvan zijn er vuistregels en reflectievragen opgesteld die helpen met het vormgeven van participatie en het nadenken over de context waarin het wordt georganiseerd. Een eerdere versie van het rapport is gepresenteerd in de denktank van het NPBO.
Het rapport over dit onderzoek is verschenen en is hieronder te downloaden.